dinsdag 13 oktober 2009

We don't hangout on the same places anymore....

Het eerste 'blog' is in de lucht, nu doorzetten, beloofd is beloofd. Dus tijd maken en er even voor gaan zitten: de gebeurtenissen van de afgelopen dagen op een rij zetten en bedenken wat leuk is om met jullie te delen.
Het wekelijks schrijven van mijn weblog zit nog niet in "mijn systeem", als ik al zou mogen zeggen dat ik over een systeem beschik. Het mooie is dat ik de afgelopen weken meer goede voornemens heb gemaakt die wel geheel verschillend van aard zijn, maar wat doorzettingsvermogen en grensverlegen betreft, veel op elkaar lijken.
Ik ben gestart met tijd voor mezelf te maken, door minimaal 4 keer per week minstens 5 km te hardlopen. Nou echt "hard" lopen is het niet maar,nu zo na 6 weken, begint het wel ergens op te lijken. Het lukt me zelfs om zo af en toe al een afstand van 8 km af te leggen.

Terug na afgelopen weken; de dagen volgen elkaar op in een sneltreinvaart! Wat zijn we, met een inmiddels grote groep mensen, aan het doorduwen, aan het hollen en rennen. Er moet nog veel gedaan worden. Met de dag wordt daardoor de fusie, of beter gezegd, bibliotheek [a-z], concreter. Maar als je een onderdeel oppakt om nader uit te werken, blijkt dat er weer heel wat andere zaken niet ongemoeid kunnen blijven. Het zogenaamde domino effect. We proberen natuurlijk wel te voorkomen dat een heel veld met steentjes tegelijkertijd omvalt.
Leerzaam allemaal, dat is het zeker. Je wordt gewoon iedere dag geconfronteerd met het feit dat binnen een organisatie je verschillende teams nodig hebt voor het beste resultaat. Kijk en dat is wel ingewikkeld, maar ik ervaar dat altijd weer als bijzonder leuk. Samen de klus klaren en komen tot een goed resultaat.

Vandaag hebben we een concrete start gemaakt met de nieuwsbrief voor medewerkers. Dames en heren nog even geduld, maar begin volgende week zal de eerste digitale nieuwsbrief verzonden worden.
Ook is er een definitief besluit genomen over de website. Een werkgroep had daar voor de zomer al het nodige werk aan verricht, maar nu kunnen we dan ook door. Het probleem is wel dat we een bureau moeten vinden dat ons helpt met de vormgeving.
Maar na veelbelovenden gesprekken vandaag, samen de hersens kraken met zowel de website mensen als de communicatiemensen, denk ik wel dat we daar snel mee verder kunnen.

Feitelijk ben ik met verschillende mensen de afgelopen week veel in gesprek geweest over onze ´klant´. Wie zijn die klanten, hoe bereiken we ze, wat mogen we ze aanbieden, want moeten we vooral laten. Samen met Jacqueline Parel, ben ik door Dordrecht gefietst(tja dan kun je 8 km lopen, maar dat wil niet zeggen dat je deze vrouw op de fiets kan bijhouden!). We hebben alle vestigingen in Dordrecht bezocht. Leuk om te merken hoe de medewerkers nadenken over hun specifieke klant, hun wijk.

Ook zijn we met een aantal mensen naar een zogenaamde "roadshow" in Rotterdam gegaan. Tijdens deze bijeenkomst werd tekst en uitleg gegeven over het nieuwe bibliotheek beeldmerk. Groningen en Overijssel deelden hun ervaringen over hun uitwerking van het zogenaamde "winkelconcept". We komen er bij jullie in 2010 zeker op terug. Want het loont echt de moeite om vanuit de vraag van de klant, de wensen die er leven, na te denken over de wijze waarop de bibliotheken het beste hun collecties kunnen presenteren en hun ruimtes kunnen inrichten.

Op You Tube vond ik een leuk filmpje over de klant en de adverteerder. Het liep niet goed af tussen die twee! Kijk maar even:



We denken wel vaak dat we onze klant goed kennen, maar voelt deze zich nog wel thuis bij ons, of serieus genomen? Deze klant in het filmpje, wilde nog de moeite nemen om het uit te leggen. Maar de klanten die niet ( meer) komen, daar weten we nog minder van. Nou zo als in het filmpje moet het niet, dat is duidelijk. De komende tijd zullen we vaak praten over de klant van de bibliotheek, maar hopelijk zullen we ook met de klant praten. Deze 'consumer' zegt letterlijk: Ik ben veranderd. En daar waar ik ben of wil zijn, daar kom ik jou niet tegen. Oei dat doet zeer..... moeten wij zien te voorkomen.

Tot de volgende
Ankie Kesseler